flets
- flets
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘bleek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1785 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | flets | fletser | fletst |
verbogen | fletse | fletsere | fletste |
partitief | flets | fletsers | - |
flets
- een vale kleur hebbend
- Trek toch een keer niet zoiets flets aan!
1. een vale kleur hebbend
- Het woord flets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "flets" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ "flets" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be