excepční

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɛkstsɛptʃɲiː/

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord excepce met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

excepční

1. exceptioneel

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	excepční				excepční
genitief	excepčního		excepční	excepčního	excepčních
datief	excepčnímu		excepční	excepčnímu	excepčním
accusatief	excepčního	excepční			excepční
vocatief	excepční				excepční
locatief	excepčním		excepční	excepčním	excepčních
instrumentalis	excepčním		excepční	excepčním	excepčními

Synoniemen

• exceptivní

Verwijzingen

• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)