erupční

Tsjechisch

Uitspraak

• IPA: /ɛrʊptʃɲiː/

Woordafbreking

• erup·ční

Woordherkomst en -opbouw

• Afgeleid van het zelfstandig naamwoord erupce met het achtervoegsel -ční

Bijvoeglijk naamwoord

erupční

1. eruptie-; met betrekking tot erupties

Verbuiging

	enkelvoud				meervoud
	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig	mannelijk		vrouwelijk	onzijdig
	bezield	onbezield			bezield	onbezield
nominatief	erupční				erupční
genitief	erupčního		erupční	erupčního	erupčních
datief	erupčnímu		erupční	erupčnímu	erupčním
accusatief	erupčního	erupční			erupční
vocatief	erupční				erupční
locatief	erupčním		erupční	erupčním	erupčních
instrumentalis	erupčním		erupční	erupčním	erupčními

Synoniemen

• eruptivní

Verwijzingen

• Internetová jazyková příručka - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Příruční slovník jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)
• Slovník spisovného jazyka českého - Ústav pro jazyk český AV ČR (Tsjechisch)