• eo·li·thi·cum
enkelvoud meervoud
naamwoord eolithicum -
verkleinwoord - -

het eolithicumo

  1. (archeologie) (verouderd) veronderstelde vroegste periode van de steentijd, waarin nauwelijks bewerkte stenen, "eolieten", als werktuig werden gebruikt
    • Rutot heeft de kennis van het eolithicum tot een systeem uitgebouwd. [4]
  • Vóór 2006 was de spelling Eolithicum. In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.