• Eo·li·thi·cum
  • Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘geologisch tijdperk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1922 [1]

het Eolithicumo

  1. (archeologie) (verouderd) eolithicum (in de vóór 2006 gangbare schrijfwijze)
    • Als Boule echter gelijk zou hebben door het Chelléen in het jongere interglaciaal te plaatsen, dan behoort de kaak van Mauer in het Eolithicum thuis. [2]
  • In specialistische publicaties blijft volgens de Taalunie spelling met een hoofdletter mogelijk, zie hier.