[3] het elimineren van mijnen uit de Noordzee
  • eli·mi·ne·ren
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verwijderen’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • afgeleid van het Franse éliminer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
elimineren
elimineerde
geëlimineerd
zwak -d volledig

elimineren

  1. overgankelijk, (wiskunde) verwijderen uit de vergelijking
    • Uit de eerste twee vergelijkingen kunnen we x elimineren door de eerste van de tweede af te trekken. 
  2. overgankelijk verwijderen uit de bevolking, doden
    • De bedoeling voor beide teams is om het andere team zo snel mogelijk te elimineren. 
  3. zorgen dat iets slechts verdwijnt
    • Hij probeerde alle problemen te elimineren 
  4. verwijderen uit het lichaam, excretie
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[3]