Nederlands

 
klein kroos (Lemna minor)
Uitspraak
Woordafbreking
  • een·den·kroos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eendenkroos -
verkleinwoord eendenkroosje eendenkroosjes

Zelfstandig naamwoord

het eendenkrooso [1] [2]

  1. (bloemplanten) een geslacht Lemna   van vrij op het water drijvende waterplanten uit de aronskelkfamilie (Araceae  ). Deze planten komen vooral voor in stilstaande of traagstromende wateren in gematigde en tropische gebieden. Het plantenlichaam bestaat uit een eenvoudige vrij drijvend thallus. Vaak zijn ze niet langer dan 5 mm (behalve bij puntkroos, Lemna trisulca)
Schrijfwijzen
Synoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

89 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie