bultkroos
- (IPA in voorbereiding)
- bult·kroos
- samenstelling van bult en kroos zn
- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bultkroos | bultkrozen |
verkleinwoord | bultkroosje | bultkroosjes |
bultkroos
- (bloemplanten) Lemna gibba een overblijvende waterplant die (tegenwoordig) wordt gerekend tot de aronskelkfamilie (Araceae ). De plant bestaat uit een schijfje dat een bladachtige stengel zonder bladeren is en heeft één worteltje. Het 3-6 × 2-5 mm grote schijfje van dit plantje is dik en sponsachtig. Van boven is het schijfje bijna vlak en van onderen sterk bolvormig gewelfd. Als het schijfje tegen het licht gehouden wordt zijn de zeven tot twaalf grote luchtholten goed zichtbaar
- Het woord 'bultkroos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.