echtelieden
- Geluid: echtelieden (hulp, bestand)
- ech·te·lie·den
- alleen meervoud, afleiding van echtgenoot en echtgenote[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | echtelieden | |
verkleinwoord |
de echtelieden mv
- mensen die met elkaar getrouwd zijn
- De twee echtelieden arriveerden met hun twee jonge kinderen in een witte koets, de gasten werden aangevoerd met Rolls Royces en limousines. Op het bordes zong Glennis Grace de twee toe. 's Avonds ging het feest verder op Kasteel Heeswijk. [2]
- ‘Verdraagzaamheid, niet op alle slakken zout leggen, elkaar de waarheid zeggen en ruzie voor het slapen gaan weer goedmaken’ zijn volgens Polhoud de geheimen van een goed huwelijk. Vorig jaar waren beide echtelieden behoorlijk ziek. Het gaat nu weer veel beter. „Iedere dag is voor ons een cadeau”, zeggen ze. [3]
- De officier van justitie eiste tegen de echtelieden 240 uur werkstraf en zeven maanden cel voorwaardelijk. De zoon van het stel, die in drie jaar tijd 90.000 euro op zijn hypotheek afloste, zou voor heling 180 uur werkstraf moeten krijgen en een voorwaardelijke celstraf van vier maanden. [4]
1. mensen die met elkaar getrouwd zijn
- Het woord echtelieden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "echtelieden" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Rene van der Lee 07-05-19, Na spectaculaire ‘witwasbruiloft’: celstraf voor hem, taakstraf voor haar
- ↑ Tubantia Han Haveman 13-05-19 Briljanten echtpaar Polhoud in Rijssen: ‘Iedere dag is voor ons een cadeau’
- ↑ Tubantia Petra van Walraven 16-05-19 Mantelzorger uit Zwolle vrijgesproken van plunderen bankrekening hoogbejaarde vrouw
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be