ouder echtpaar
  • echt·paar

hetechtpaaro

  1. twee mensen (m/m, m/v of v/v) die met elkaar getrouwd zijn m/m m/v of v/v
    • Het echtpaar doet vrijwel alles samen. 
     Ik ken geen echtpaar dat geen problemen heeft gehad.[1]
     Het echtpaar loopt weg langs de mahoniehouten lambrisering, de met rode vlekken besmeurde tafelkleden, de omgegooide zilveren kannen en de voedselresten.[2]
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]
  1. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  2. Jessie Burton vert. Mieke Trouw-Luyckx
    “Het huis aan de gouden bocht” (2014), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789021809526
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be