duizelig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- dui·ze·lig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | duizelig | duizeliger | duizeligst |
verbogen | duizelige | duizeligere | duizeligste |
partitief | duizeligs | duizeligers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
duizelig
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een gevoel waarbij alles lijkt rond te draaien en het gevoel voor evenwicht verstoord is
Gangbaarheid
- Het woord duizelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "duizelig" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be