Een draailier
  • draai·lier
enkelvoud meervoud
naamwoord draailier draailieren
verkleinwoord draailiertje draailiertjes

de draailierv / m

  1. (muziekinstrument) een strijkinstrument, met een strijkwiel dat bourdonsnaren en één of twee melodiesnaren in trilling brengt, en met tangenten/toetsen om de toonhoogte te bepalen
    • De draailier hoor je bij elk Frans volkmuziekfestival.