draaiboek
- draai·boek
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘script’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- samenstelling van draai ww en boek [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draaiboek | draaiboeken |
verkleinwoord | draaiboekje | draaiboekjes |
het draaiboek o
- regieaanwijzingen voor het maken van een film
- een uitgewerkt plan
- Na het uitbreken van de brand bleek het draaiboek 'grote rampen' nergens te vinden.
1.
- Het woord draaiboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "draaiboek" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "draaiboek" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ draaiboek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be