• draai·boek
enkelvoud meervoud
naamwoord draaiboek draaiboeken
verkleinwoord draaiboekje draaiboekjes

het draaiboeko

  1. regieaanwijzingen voor het maken van een film
  2. een uitgewerkt plan
    • Na het uitbreken van de brand bleek het draaiboek 'grote rampen' nergens te vinden. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[3]