doormailen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van doormailen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		doormailen			door te mailen
	toekomend		zullen doormailen door zullen mailen			te zullen doormailen door te zullen mailen
voltooid	tegenwoordig		doorgemaild			te doorgemaild
	toekomend		doorgemaild zullen			doorgemaild te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	doormailend		doorgemaild			ev. mail door	mv. verouderd mailt door	maile door (bijzin) doormaile
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
hoofdzin	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	mail door	mailt door	mailt door	mailt door	mailt door	mailen door	mailen door	mailen door
verleden (o.v.t.)	mailde door	mailde door	mailde door	mailde door	mailde door	mailden door	mailden door	mailden door
toekomend (o.t.t.t.)	zal doormailen	zult/zal doormailen	zult/zal doormailen	zult doormailen	zal doormailen	zullen doormailen	zullen doormailen	zullen doormailen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou doormailen	zou doormailen	zou(dt) doormailen	zoudt doormailen	zou doormailen	zouden doormailen	zouden doormailen	zouden doormailen
bijzin	.. dat ik	.. dat jij, je	.. dat u	.. dat gij	.. dat hij, zij, het	.. dat wij	.. dat jullie	.. dat zij
tegenwoordig (o.t.t.)	doormail	doormailt	doormailt	doormailt	doormailt	doormailen	doormailen	doormailen
verleden (o.v.t.)	doormailde	doormailde	doormailde	doormailde	doormailde	doormailden	doormailden	doormailden
toekomend (o.t.t.t.)	zal doormailen door zal mailen	zult/zal doormailen door zult/zal mailen	zult/zal doormailen door zult/zal mailen	zult doormailen door zult mailen	zal doormailen door zal mailen	zullen doormailen door zullen mailen	zullen doormailen door zullen mailen	zullen doormailen door zullen mailen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou doormailen door zou mailen	zou doormailen door zou mailen	zou(dt) doormailen door zou(dt) mailen	zoudt doormailen door zoudt mailen	zou doormailen door zou mailen	zouden doormailen door zouden mailen	zouden doormailen door zouden mailen	zouden doormailen door zouden mailen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij