• dol·ge·draaid
vervoeging van: doldraaien…
verbogen vorm: dolgedraaide

dolgedraaid

  1. voltooid deelwoord van doldraaien
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen dolgedraaid dolgedraaider dolgedraaidst
verbogen dolgedraaide dolgedraaidere dolgedraaidste
partitief dolgedraaids dolgedraaiders -

dolgedraaid

  1. van een persoon: gek en kapot door heel veel nutteloze en zelfs schadelijke activiteit
    • Het was pas echt een stunt geweest als de marketeers Roger van Boxtel hadden laten hangen tot NS z’n duurzaamheidsambities had gehaald. Roger als levend symbool van de dolgedraaide beroepsbestuurder, die denkt dat we alles geloven als je het maar ludiek brengt.[1] 
    • Luister goed, haters. De korte regeerperiode van Donald de Eerste is compleet dolgedraaid gek tot nu toe. Maar laten we kalm blijven en kijken naar de positieve kanten. Donald Trump heeft er inderdaad voor gezorgd dat een deel van Amerika Great Again is. Alleen niet op de manier die hij bedoelde. Hij heeft nieuw leven geblazen in feminisme, liberalisme, studentenactivisme, kranten, kabeltelevisie, demonstranten, barkeepers, psychologen, Twitter, de American Civil Liberties Union, George Orwell, Margaret Atwood, Hannah Arendt, Stephen Colbert, Nordstrom, the Federalist Papers, de scheiding der machten, de scheiding tussen kerk en staat, atleten en coaches die politieke standpunten innemen en Frederick Douglas. [2]  
  2. van een moer en een bout dat de schroefdraad kapot gedraaid is


  1. NRC Marcel van Roosmalen 27 december 2016
  2. Volkskrant Maureen Dowd 14 februari 2017,