Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • doel·stel·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord doelstelling doelstellingen
verkleinwoord doelstellinkje doelstellinkjes

Zelfstandig naamwoord

de doelstellingv

  1. een gewenste situatie die van te voren is vastgesteld waar naar toe gewerkt wordt
    • Het ministerie zegt de doelstelling van de klimaatverdragen te gaan halen. 
     Ik zocht naar een manier om mijn nieuw verworven houding thuis vast te houden en bedacht vijf doelen met concrete, meetbare doelstellingen.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be