stellend vergrotend overtreffend
objective more objective most objective

objective

  1.  objectief bn 
  2. (grammatica) voorwerpelijk, waar de handeling van een werkwoord op gericht is (gezegd over een naamwoord)
enkelvoud meervoud
objective objectives

objective

  1. doelstelling
  2. (militair) doelwit, gewenste uitkomst van een actie
  3. (optica)  objectief zn , lens die het dichtst bij het bekeken voorwerp is
  4. (grammatica) voorwerp van een werkwoord, datgene waar de handeling op gericht is
  5. (grammatica) voorwerpsvorm van een naamwoord
  6. (filosofie) voorwerp uit de werkelijkheid
100 % van de Amerikanen;
100 % van de Britten.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be


  •  objectif bn  met de uitgang -e, waarbij de slotmedeklinker weer stemhebbend wordt

objective

  1. vrouwelijk enkelvoud van objectif