doctrine
- doc·tri·ne
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘leerstelling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1529 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | doctrine | doctrines |
verkleinwoord |
de doctrine v
- (politiek) (religie) een verzameling leerstellingen of dogma's die niet ter discussie staan
- ▸ Sander leek wel een sekteleider, dacht hij. En ik de domoor aan wie de leer via doctrine moest worden doorgegeven.[2]
1. een verzameling leerstellingen of dogmas die niet ter discussie staan
- Het woord doctrine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doctrine" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "doctrine" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be