dimensioneren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van dimensioneren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		dimensioneren			te dimensioneren
	toekomend		zullen dimensioneren			te zullen dimensioneren
voltooid	tegenwoordig		hebben gedimensioneerd			te hebben gedimensioneerd
	toekomend		gedimensioneerd zullen hebben			gedimensioneerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	dimensionerend		gedimensioneerd			ev. dimensioneer	mv. verouderd dimensioneert	dimensionere
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	dimensioneer	dimensioneert	dimensioneert	dimensioneert	dimensioneert	dimensioneren	dimensioneren	dimensioneren
verleden (o.v.t.)	dimensioneerde	dimensioneerde	dimensioneerde	dimensioneerde	dimensioneerde	dimensioneerden	dimensioneerden	dimensioneerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal dimensioneren	zult/zal dimensioneren	zult/zal dimensioneren	zult dimensioneren	zal dimensioneren	zullen dimensioneren	zullen dimensioneren	zullen dimensioneren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou dimensioneren	zou dimensioneren	zou(dt) dimensioneren	zoudt dimensioneren	zou dimensioneren	zouden dimensioneren	zouden dimensioneren	zouden dimensioneren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gedimensioneerd	hebt gedimensioneerd	hebt/heeft gedimensioneerd	hebt gedimensioneerd	heeft gedimensioneerd	hebben gedimensioneerd	hebben gedimensioneerd	hebben gedimensioneerd
verleden (v.v.t.)	had gedimensioneerd	had gedimensioneerd	had gedimensioneerd	hadt gedimensioneerd	had gedimensioneerd	hadden gedimensioneerd	hadden gedimensioneerd	hadden gedimensioneerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gedimensioneerd hebben	zal/zult gedimensioneerd hebben	zult/zal gedimensioneerd hebben	zult gedimensioneerd hebben	zal gedimensioneerd hebben	zullen gedimensioneerd hebben	zullen gedimensioneerd hebben	zullen gedimensioneerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gedimensioneerd hebben	zou gedimensioneerd hebben	zou/zoudt gedimensioneerd hebben	zoudt gedimensioneerd hebben	zou gedimensioneerd hebben	zouden gedimensioneerd hebben	zouden gedimensioneerd hebben	zouden gedimensioneerd hebben