detecteren
- Geluid: detecteren (hulp, bestand)
- de·tec·te·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
detecteren |
detecteerde |
gedetecteerd |
zwak -d | volledig |
detecteren
- overgankelijk iets of iemand zoeken en vinden, het bestaan ontdekken van
- overgankelijk ergens een signaal van door middel van apparatuur opvangen
- Er werden grote hoeveelheden radioactiviteit gedetecteerd langs de Japanse kust.
- [1-2]: achterhalen
- [1-2]: opsporen
- [1-2]: waarnemen
- [1-2]: aantonen
1. iets of iemand zoeken en vinden
2. ergens een signaal van door middel van apparatuur opvangen
- Het woord detecteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "detecteren" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ detecteren op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be