• de·tec·tie
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verkenning, onthulling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1663 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord detectie detecties
verkleinwoord

de detectiev

  1. opsporing, ontdekking
    • Voor de detectie van resten van explosieven wordt hightech apparatuur gebruikt. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]