detectie
- de·tec·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verkenning, onthulling’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1663 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | detectie | detecties |
verkleinwoord |
de detectie v
- opsporing, ontdekking
- Voor de detectie van resten van explosieven wordt hightech apparatuur gebruikt.
- branddetectie, diodedetectie, doedetectie, flankdetectie, foutendetectie, rookdetectie, teledetectie
- detectie-apparatuur, detectiedrempel, detectielus, detectiemethode, detectiemiddel, detectiepoort, detectiesysteem
1. opsporing, ontdekking
- Het woord detectie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "detectie" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "detectie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be