orten
- or·ten
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
orten
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van ort [A]
orten
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van ort [B]
- or·ten
orten
- nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van ort [B]
Naar frequentie | zeldzaam |
---|
orten
orten
orten