destaliniseren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van destaliniseren | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | destaliniseren | te destaliniseren | ||||||||
toekomend | zullen destaliniseren | te zullen destaliniseren | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gedestaliniseerd | te hebben gedestaliniseerd | ||||||||
toekomend | gedestaliniseerd zullen hebben | gedestaliniseerd te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
destaliniserend | gedestaliniseerd | ev. destaliniseer |
mv. verouderd destaliniseert |
destalinisere | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | destaliniseer | destaliniseert | destaliniseert | destaliniseert | destaliniseert | destaliniseren | destaliniseren | destaliniseren | |||
verleden (o.v.t.) | destaliniseerde | destaliniseerde | destaliniseerde | destaliniseerde | destaliniseerde | destaliniseerden | destaliniseerden | destaliniseerden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal destaliniseren | zult/zal destaliniseren | zult/zal destaliniseren | zult destaliniseren | zal destaliniseren | zullen destaliniseren | zullen destaliniseren | zullen destaliniseren | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou destaliniseren | zou destaliniseren | zou(dt) destaliniseren | zoudt destaliniseren | zou destaliniseren | zouden destaliniseren | zouden destaliniseren | zouden destaliniseren | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gedestaliniseerd | hebt gedestaliniseerd | hebt/heeft gedestaliniseerd | hebt gedestaliniseerd | heeft gedestaliniseerd | hebben gedestaliniseerd | hebben gedestaliniseerd | hebben gedestaliniseerd | |||
verleden (v.v.t.) | had gedestaliniseerd | had gedestaliniseerd | had gedestaliniseerd | hadt gedestaliniseerd | had gedestaliniseerd | hadden gedestaliniseerd | hadden gedestaliniseerd | hadden gedestaliniseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedestaliniseerd hebben | zal/zult gedestaliniseerd hebben | zult/zal gedestaliniseerd hebben | zult gedestaliniseerd hebben | zal gedestaliniseerd hebben | zullen gedestaliniseerd hebben | zullen gedestaliniseerd hebben | zullen gedestaliniseerd hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedestaliniseerd hebben | zou gedestaliniseerd hebben | zou/zoudt gedestaliniseerd hebben | zoudt gedestaliniseerd hebben | zou gedestaliniseerd hebben | zouden gedestaliniseerd hebben | zouden gedestaliniseerd hebben | zouden gedestaliniseerd hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm gedestaliniseerd worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt gedestaliniseerd | er is gedestaliniseerd | |||||||||
verleden | er werd gedestaliniseerd | er was gedestaliniseerd | |||||||||
toekomend | er zal gedestaliniseerd worden | er zal gedestaliniseerd zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou gedestaliniseerd worden | er zou gedestaliniseerd zijn | |||||||||
lijdende vorm gedestaliniseerd worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | gedestaliniseerd worden | gedestaliniseerd te worden | ||||||||
toekomend | gedestaliniseerd zullen worden | gedestaliniseerd te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | gedestaliniseerd zijn | gedestaliniseerd te zijn | ||||||||
toekomend | gedestaliniseerd zullen zijn | gedestaliniseerd te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word gedestaliniseerd | wordt gedestaliniseerd | wordt gedestaliniseerd | wordt gedestaliniseerd | wordt gedestaliniseerd | worden gedestaliniseerd | worden gedestaliniseerd | worden gedestaliniseerd | |||
verleden (o.v.t.) | werd gedestaliniseerd | werd gedestaliniseerd | werd gedestaliniseerd | werdt gedestaliniseerd | werd gedestaliniseerd | werden gedestaliniseerd | werden gedestaliniseerd | werden gedestaliniseerd | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal gedestaliniseerd worden | zult gedestaliniseerd worden | zult gedestaliniseerd worden | zult gedestaliniseerd worden | zal gedestaliniseerd worden | zullen gedestaliniseerd worden | zullen gedestaliniseerd worden | zullen gedestaliniseerd worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou gedestaliniseerd worden | zou gedestaliniseerd worden | zou/zoudt gedestaliniseerd worden | zoudt gedestaliniseerd worden | zou gedestaliniseerd worden | zouden gedestaliniseerd worden | zouden gedestaliniseerd worden | zouden gedestaliniseerd worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben gedestaliniseerd | bent gedestaliniseerd | bent/is gedestaliniseerd | zijt gedestaliniseerd | is gedestaliniseerd | zijn gedestaliniseerd | zijn gedestaliniseerd | zijn gedestaliniseerd | |||
verleden (v.v.t.) | was gedestaliniseerd | was gedestaliniseerd | was gedestaliniseerd | waart gedestaliniseerd | was gedestaliniseerd | waren gedestaliniseerd | waren gedestaliniseerd | waren gedestaliniseerd | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedestaliniseerd zijn | zult gedestaliniseerd zijn | zult gedestaliniseerd zijn | zult gedestaliniseerd zijn | zal gedestaliniseerd zijn | zullen gedestaliniseerd zijn | zullen gedestaliniseerd zijn | zullen gedestaliniseerd zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedestaliniseerd zijn | zou gedestaliniseerd zijn | zou/zoudt gedestaliniseerd zijn | zoudt gedestaliniseerd zijn | zou gedestaliniseerd zijn | zouden gedestaliniseerd zijn | zouden gedestaliniseerd zijn | zouden gedestaliniseerd zijn |