desinvesteren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van desinvesteren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | desinvesteren | te desinvesteren | ||||||
toekomend | zullen desinvesteren | te zullen desinvesteren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben gedesinvesteerd | te hebben gedesinvesteerd | ||||||
toekomend | gedesinvesteerd zullen hebben | gedesinvesteerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
desinvesterend | gedesinvesteerd | ev. desinvesteer |
mv. verouderd desinvesteert |
desinvestere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | desinvesteer | desinvesteert | desinvesteert | desinvesteert | desinvesteert | desinvesteren | desinvesteren | desinvesteren | |
verleden (o.v.t.) | desinvesteerde | desinvesteerde | desinvesteerde | desinvesteerde | desinvesteerde | desinvesteerden | desinvesteerden | desinvesteerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal desinvesteren | zult/zal desinvesteren | zult/zal desinvesteren | zult desinvesteren | zal desinvesteren | zullen desinvesteren | zullen desinvesteren | zullen desinvesteren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou desinvesteren | zou desinvesteren | zou(dt) desinvesteren | zoudt desinvesteren | zou desinvesteren | zouden desinvesteren | zouden desinvesteren | zouden desinvesteren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb gedesinvesteerd | hebt gedesinvesteerd | hebt/heeft gedesinvesteerd | hebt gedesinvesteerd | heeft gedesinvesteerd | hebben gedesinvesteerd | hebben gedesinvesteerd | hebben gedesinvesteerd | |
verleden (v.v.t.) | had gedesinvesteerd | had gedesinvesteerd | had gedesinvesteerd | hadt gedesinvesteerd | had gedesinvesteerd | hadden gedesinvesteerd | hadden gedesinvesteerd | hadden gedesinvesteerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal gedesinvesteerd hebben | zal/zult gedesinvesteerd hebben | zult/zal gedesinvesteerd hebben | zult gedesinvesteerd hebben | zal gedesinvesteerd hebben | zullen gedesinvesteerd hebben | zullen gedesinvesteerd hebben | zullen gedesinvesteerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou gedesinvesteerd hebben | zou gedesinvesteerd hebben | zou/zoudt gedesinvesteerd hebben | zoudt gedesinvesteerd hebben | zou gedesinvesteerd hebben | zouden gedesinvesteerd hebben | zouden gedesinvesteerd hebben | zouden gedesinvesteerd hebben |