• des·in·ves·teert
vervoeging van
desinvesteren

desinvesteert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desinvesteren
    • Jij desinvesteert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van desinvesteren
    • Hij desinvesteert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van desinvesteren
    • Desinvesteert!