decreet
- de·creet
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verordening’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | decreet | decreten |
verkleinwoord | - | - |
- (juridisch) verordening van overheidswege zonder inmenging van het parlement, in Nederland noemen we dit een Koninklijk Besluit.
- De avondklok is per decreet ingevoerd
- (juridisch) wet uitgevaardigd door een van de Belgische gewesten of gemeenschappen
- (religie) uitvaardiging van een pauselijk besluit of wetsbepaling, als onderdeel van het rooms-katholieke rechtsbestel
- Het woord decreet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "decreet" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "decreet" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ decreet op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be