decentraal

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  decentraal    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• de·cen·traal

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van centraal met het voorvoegsel de-

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	decentraal	decentraler	decentraalst
verbogen	decentrale	decentralere	decentraalste
partitief	decentraals	decentralers	-

Bijvoeglijk naamwoord

decentraal

1. niet-centraal

Antoniemen

• centraal

Verwante begrippen

• decentralisatie, decentraliseren, decentralisering, decentralisme, decentrering
• centralisatie, centraliseren, centralisering, centralisme, centrering

Vertalingen

    1.   

Spaans: distribuido (es)

Gangbaarheid

• Het woord decentraal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "decentraal" herkend door:

91 %	van de Nederlanders;
82 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.