Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • de·cen·tre·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord decentrering -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de decentreringv

  1. het uit het middelpunt geraken
Antoniemen

Gangbaarheid