Nederlands

 
"Romein" (boven) versus "cursief" (onder).
Uitspraak
Woordafbreking
  • cur·sief
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘schuin (van letters)’ voor het eerst aangetroffen in 1566 [1]
  • Via Middelfrans cursif van Middeleeuws Latijn cursivus, afgeleid van het Latijnse werkwoord cursare, "[heen en weer] lopen"
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen cursief cursiever cursiefst
verbogen cursieve cursievere cursiefste
partitief cursiefs cursievers -

Bijvoeglijk naamwoord

cursief

  1. (typografie), (taalkunde) een schuingedrukt lettertype
    • Door iets cursief te drukken hoop je dat het meer opvalt. 
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen