Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·ver·sa·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord conversatie conversaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de conversatiev

  1. gesprek als vorm van sociale omgang
    • Het voeren van een conversatie over koetjes en kalfjes is een favoriet tijdverdrijf van oude mensen. 
     Omdat Montebello, wie niets ontging, moet hebben gemerkt dat de conversatie niet wilde vlotten, begon hij uit zijn hoofd in het Frans poëzie te citeren, waarvan ik vermoedde dat het haar woorden waren.[3]
     Ze wilden met hun snorkelspullen de Nijl gaan onderzoeken. Tenminste, uit opgevangen flarden van hun drukke conversatie trok hij die conclusie.[4]
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen