contributie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: contributie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- con·tri·bu·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vaste bijdrage’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1432 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | contributie | contributies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de contributie v
- lidgeld; een bijdrage die men als lid aan een vereniging betaalt
- Vaak hoeft de contributie niet alle kosten van de sportclub te dekken, want de club krijgt vaak ook subsidie en sponsorgelden.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord contributie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "contributie" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ "contributie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be