lidgeld
- lid·geld
- samenstelling van lid en geld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lidgeld | lidgelden |
verkleinwoord |
het lidgeld o
- (financieel) lidmaatschapsbijdrage, bijdrage, contributie
- Hij heeft altijd trouw zijn lidgeld betaald.
- Het woord lidgeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "lidgeld" herkend door:
71 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be