lidmaatschapsbijdrage

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • lid·maat·schaps·bij·dra·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord lidmaatschapsbijdrage lidmaatschapsbijdrages
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het lidmaatschapsbijdrageo

  1. lidgeld, bijdrage, contributie
    • Heij heeft altijd trouw zijn lidmaatschapsbijdrage betaald. 

Gangbaarheid

Meer informatie