lidmaatschapsbijdrage
- lid·maat·schaps·bij·dra·ge
- samenstelling van lidmaatschap en bijdrage met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | lidmaatschapsbijdrage | lidmaatschapsbijdrages |
verkleinwoord |
het lidmaatschapsbijdrage o
- lidgeld, bijdrage, contributie
- Heij heeft altijd trouw zijn lidmaatschapsbijdrage betaald.
- Het woord 'lidmaatschapsbijdrage' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.