charitatieve nonnen
  • cha·ri·ta·tief
  • Leenwoord uit het middeleeuws Latijn, in de betekenis van ‘liefdadig’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
  • uit het Latijn [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen charitatief charitatiever charitatiefst
verbogen charitatieve charitatievere charitatiefste
partitief charitatiefs charitatievers -

charitatief

  1. omkijkend naar andere mensen en zich medeverantwoordelijk voelen voor het welzijn van zijn medemens
    • Zo hoor je nog eens wat. Courier en de Argentijnse Sabatini, beiden in 1991 21 jaar, hadden in die periode kennelijk een relatie die zó droevig afliep dat Courier er 26 jaar later, als toeschouwer bij de spannende finale tussen Federer en Nadal, nóg sentimenteel van werd. Hoe het met haar is afgelopen? Ze is zakenvrouw (parfumlijn) geworden, doet veel internationaal charitatief werk en… is ongetrouwd en kinderloos gebleven.[3] 
    • Afdelingen die spaargeld hebben lenen dit aan BCC Financial. Die leent het weer uit. In de Borrowing & Lending Covenants van BCC Financial staat dat het geld enkel mag worden uitgeleend aan bedrijven of stichtingen die een religieus, humanitair of charitatief doel hebben. Contracten met private personen zijn verboden. Eind 2014 heeft BCC Financial 86 miljoen euro aan leningen uitstaan. De e-mails laten zien dat religieuze organisaties niet of nauwelijks profiteren van het spaargeld. BCC Financial blijkt de persoonlijke geldmachine van Larsen en Smith.[4]  
84 % van de Nederlanders;
54 % van de Vlamingen.[5]