offervaardig
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- of·fer·vaar·dig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van offer en vaardig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | offervaardig | offervaardiger | offervaardigst |
verbogen | offervaardige | offervaardigere | offervaardigste |
partitief | offervaardigs | offervaardigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
offervaardig
- bereid om een offer te brengen
Afgeleide begrippen
Gangbaarheid
- Het woord offervaardig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "offervaardig" herkend door:
67 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be