bypassen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van bypassen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		bypassen			te bypassen
	toekomend		zullen bypassen			te zullen bypassen
voltooid	tegenwoordig		gebypasst			te gebypasst
	toekomend		gebypasst zullen			gebypasst te zullen
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	bypassend		gebypasst			ev. bypass	mv. verouderd bypasst	bypasse
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	bypass	bypasst	bypasst	bypasst	bypasst	bypassen	bypassen	bypassen
verleden (o.v.t.)	bypasste	bypasste	bypasste	bypasste	bypasste	bypassten	bypassten	bypassten
toekomend (o.t.t.t.)	zal bypassen	zult/zal bypassen	zult/zal bypassen	zult bypassen	zal bypassen	zullen bypassen	zullen bypassen	zullen bypassen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou bypassen	zou bypassen	zou(dt) bypassen	zoudt bypassen	zou bypassen	zouden bypassen	zouden bypassen	zouden bypassen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij