breedband
- Geluid: breedband (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbredbɑnt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbred.bɑnt/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbred.bɑnt/
- (Limburg): /ˈbred.bɑnd/
- breed·band
- samenstelling van breed en band
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | breedband | - |
verkleinwoord | - | - |
de breedband m
- (techniek) een internetverbinding met een hoog debiet; vooral gebruikt in tegenstelling tot een inbelverbinding
1. een internetverbinding met een hoog debiet
- Het woord breedband staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "breedband" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be