boomkruiper
- Geluid: boomkruiper (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbomkrœypər / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland):: /ˈbom.krœʏ̯.pər/
- (Vlaanderen, Brabant):: /ˈbom.krœː.pər/
- boom·krui·per
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkruiper | boomkruipers |
verkleinwoord | boomkruipertje | boomkruipertjes |
de boomkruiper m
- (zangvogels) bepaald soort bruin vogeltje, Certhia brachydactyla met een slanke gebogen snavel dat zijn voedsel in de schorsspleten van een boomstam zoekt
- Afrikaanse gevlekte boomkruiper, Amerikaanse boomkruiper, bruinkeelboomkruiper, himalayaboomkruiper, Hodgsons boomkruiper, Indiase gevlekte boomkruiper, manipurboomkruiper, Nepalese boomkruiper, taigaboomkruiper, tianquanboomkruiper
1. eepaald soort bruin vogeltje, Certhia brachydactyla
- Het woord boomkruiper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.