boombast
- Geluid: boombast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbombɑst / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈbom.bɑst/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.bɑst/
- boom·bast
- samenstelling van boom en bast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boombast | boombasten |
verkleinwoord | boombastje | boombastjes |
de boombast m
- de bast ("huid") van een boom
- Er lag een sliert boombast over het pad.
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord boombast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.