bommelding
- Geluid: bommelding (hulp, bestand)
- bom·mel·ding
- samenstelling van bom en melding
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bommelding | bommeldingen |
verkleinwoord | bommeldinkje | bommeldinkjes |
de bommelding v
- een mededeling dat er een bom gaat ontploffen
- Bommeldingen blijken in de meeste gevallen vals te zijn.
- ▸ Hij kreeg hierdoor te maken met onder meer doodsbedreigingen en bommeldingen op de faculteit. In 2009 blikte de criminoloog in gesprek met het Leids Universitair Weekblad Mare terug op die periode. "Ik schermde zo goed mogelijk mijn gezin af, maar dat lukte natuurlijk slecht." Zo kreeg hij ook telefonisch bedreigingen en werd er poep door de brievenbus gegooid.[1]
- valse bommelding
1. een mededeling dat er een bom gaat ontploffen
- Het woord bommelding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bommelding" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Criminoloog Wouter Buikhuisen (91) overleden” (10 mei 2025), NOS
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be