boegbeeld
- boeg·beeld
- samenstelling van boeg en beeld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boegbeeld | boegbeelden |
verkleinwoord | boegbeeldje | boegbeeldjes |
het boegbeeld o
- (scheepvaart) een beeld dat ter versiering aangebracht werd op de voorsteven van een schip
- Het schip had een zeemeermin als boegbeeld.
- (figuurlijk) een opvallend kenmerk van iets dat als voorbeeld, uithangbord of visitekaartje fungeert
- Dit merk is echt het boegbeeld van deze autofabrikant.
- ▸ Ze richtte haar pijlen onlangs op L'Oréal, dat Roberts als boegbeeld gebruikt om een antirimpelcrème te promoten.[1]
- (schertsend), (anatomie) iemands neus, vooral als deze nogal groot is
- Je zou toch met zo'n boegbeeld door het leven moeten!
1. een beeld dat ter versiering aangebracht werd op de voorsteven van een schip
- Het woord boegbeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "boegbeeld" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Zo mooi als bij Lancôme is Julia Roberts ook weer niet” (28 juli 2011), De Volkskrant
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be