Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·bi·ne
enkelvoud meervoud
naamwoord bobine bobines
verkleinwoord bobientje, bobinetje bobientjes, bobinetjes

Zelfstandig naamwoord

de bobinev

  1. (elektrotechniek) deze inductiespoel of transformator wordt gebruikt in het ontstekingssysteem van benzinemotoren
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

64 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie


Frans

Uitspraak

Zelfstandig naamwoord

bobine v

  1. spoel, rol
  2. (spreektaal) tronie, rotkop
    «En entrant, Henri a fait une drôle de bobine
    Toen hij binnenkwam, trok Henri een vreemde smoel. [2]

Verwijzingen