rotkop
- rot·kop
- [1] intensiverende samenstelling van rot bn "versterkend voorvoegsel" en kop zn "hoofd"
- [2] samenstelling van rot zn "bederf" en kop zn "hoofd" [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rotkop | rotkoppen |
verkleinwoord |
de rotkop m
- hoofd van een onaangenaam of lelijk persoon
- Ik wil zijn rotkop hier niet meer zien.
- (medisch) hoofd dat is aangedaan met haarworm
- [2] rottekop (streektalige uitspraakvariant)
- Het woord rotkop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rotkop" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
88 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be