blijspel
- blij·spel
- In de betekenis van ‘komedie’ voor het eerst aangetroffen in 1653 [1]
- samenstelling van blij en spel [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blijspel | blijspelen |
verkleinwoord |
- (toneel) een toneelstuk, film of boek dat het doel heeft het publiek te vermaken en aan het lachen te maken
- „Bij blijspelen vind ik het ontzettend leuk om een lach te timen, om de zaal zo veel mogelijk aan het lachen te krijgen. Het is ook leuk om weer eens gezellig plezier te hebben, in plaats van elke avond droef en diep ernstig de zaal in te staren”.[4]
- (toneel) een toneelstuk, film of boek waarvan de afloop goed is
- Het Openluchttheater in Diever vormt sinds 1946 het decor van blijspelen en romantische komedies, zoals As You Like It, Een Midzomernachtdroom, De Vrolijke Vrouwtjes van Windsor en Romeo en Julia. Nu heeft regisseur Jack Nieborg gekozen voor het stuk dat de bijnaam ‘The Scottish Play’ draagt, omdat er een vloek op zou rusten: elke uitvoering roept het noodlot over zich af. Daarom mag de naam niet genoemd worden. In Shakespeares tijd was het een kassucces. Elke groep nam het op in het repertoire, vaak slecht voorbereid. En dan gaat het mis met al dat toneelgeweld.[5]
1. een toneelstuk, film of boek dat het doel heeft het publiek te vermaken en aan het lachen te maken
- Het woord blijspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "blijspel" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "blijspel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ blijspel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Henk van Gelder 5 augustus 2016
- ↑ NRC Kester Freriks 8 augustus 2008
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be