treurspel
- treur·spel
- samenstelling van treur ww en spel zn , in de betekenis van ‘tragedie’ aangetroffen vanaf 1584 [1] [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | treurspel | treurspelen |
verkleinwoord | - | - |
het treurspel o
- toneelstuk met droevige afloop
- (figuurlijk) rampspoedige, bedroevende gebeurtenis
- treurspelakte, treurspeldichter, treurspeler, treurspelheld, treurspelrol, treurspelspeler, treurspelstijl, treurspeltoon, treurspelvers
1. zie: tragedie
- Het woord treurspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "treurspel" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "treurspel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ treurspel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be