Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • treur·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord treurspel treurspelen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het treurspelo

  1. toneelstuk met droevige afloop
  2. (figuurlijk) rampspoedige, bedroevende gebeurtenis
Synoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
   1. zie: tragedie   

Gangbaarheid

96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen