blauwe gaai
- Geluid: blauwe gaai (hulp, bestand)
- IPA: / ˈblɑuwəˌɣaj / (3 lettergrepen)
- blau·we gaai
- verbinding van blauwe en gaai
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwe gaai | blauwe gaaien |
verkleinwoord | blauw gaaitje | blauwe gaaitjes |
de blauwe gaai m
- (zangvogels) witte kraaiachtige met lavendelblauw verenkleed op de rug en kop die voorkomt in Noord-Amerika Cyanocitta cristata
- ▸ De blue jay, blauwe gaai, landt zowat op mijn schouder en de epauletspreeuw met zijn zwarte veren en oranjerode vleugelvlek komt zo dichtbij, dat ik de vogel bijna kan aanraken.[1]
1. witte kraaiachtige met lavendelblauw verenkleed op de rug en kop Cyanocitta cristata
- Het woord 'blauwe gaai' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Kester Freriks“Vogelaar tussen de wolkenkrabbers” (7 september 2009) op nrc.nl