bijwagen
- bij·wa·gen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijwagen | bijwagens |
verkleinwoord | bijwagentje | bijwagentjes |
de bijwagen m
- ongemotoriseerde aanhangwagen
- (figuurlijk) overbodige meeloper zonder eigen inbreng
- Van de drie zetels nu houdt u er misschien twee over. Bent u dan straks, als u geluk heeft, bijwagen van de PvdA als wethouder? [2]
- Maar dat belet Pechtold en Buma er in het debat over de mislukte poging VVD, CDA, D66 en GroenLinks er niet van om het toch te proberen bij Roemer. Buma: ,,Ik heb ook niets met dat liberalisme van de VVD, meneer Roemer. Laten we het proberen. Er zijn meer punten waar we het over eens kunnen worden dan u denkt.’’ Roemer houdt (vooralsnog) voet bij stuk. ,,Ik ga niet de bijwagen worden in een rechtse polonaise. Ik doe het niet.’’ [3]
- Hij is bepaald niet de bijwagen. De wereldsterren hebben de rollen gelijk verdeeld. Bij een liedje van Sting zingt Shaggy een refrein, en andersom. [4]
1. ongemotoriseerde aanhangwagen
- Het woord bijwagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijwagen" herkend door:
77 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 19-02-14 Tien brutale vragen aan: Rudi Theunissen (GroenLinks)
- ↑ Tubantia Tobias den Hartog 18-05-17 Formatie: de opties raken op
- ↑ Tubantia Cornelleke Blok 30-06-18 Sting en Shaggy verdelen de rollen eerlijk op Concert at Sea
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be