bijvijlen/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van bijvijlen | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bijvijlen | bij te vijlen | ||||||||
toekomend | zullen bijvijlen bij zullen vijlen |
te zullen bijvijlen bij te zullen vijlen | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben bijgevijld | te hebben bijgevijld | ||||||||
toekomend | bijgevijld zullen hebben | bijgevijld te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
bijvijlend | bijgevijld | ev. vijl bij |
mv. verouderd vijlt bij |
vijle bij (bijzin) bijvijle | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | vijl bij | vijlt bij | vijlt bij | vijlt bij | vijlt bij | vijlen bij | vijlen bij | vijlen bij | |||
verleden (o.v.t.) | vijlde bij | vijlde bij | vijlde bij | vijlde bij | vijlde bij | vijlden bij | vijlden bij | vijlden bij | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bijvijlen | zult/zal bijvijlen | zult/zal bijvijlen | zult bijvijlen | zal bijvijlen | zullen bijvijlen | zullen bijvijlen | zullen bijvijlen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bijvijlen | zou bijvijlen | zou(dt) bijvijlen | zoudt bijvijlen | zou bijvijlen | zouden bijvijlen | zouden bijvijlen | zouden bijvijlen | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | bijvijl | bijvijlt | bijvijlt | bijvijlt | bijvijlt | bijvijlen | bijvijlen | bijvijlen | |||
verleden (o.v.t.) | bijvijlde | bijvijlde | bijvijlde | bijvijlde | bijvijlde | bijvijlden | bijvijlden | bijvijlden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bijvijlen bij zal vijlen |
zult/zal bijvijlen bij zult/zal vijlen |
zult/zal bijvijlen bij zult/zal vijlen |
zult bijvijlen bij zult vijlen |
zal bijvijlen bij zal vijlen |
zullen bijvijlen bij zullen vijlen |
zullen bijvijlen bij zullen vijlen |
zullen bijvijlen bij zullen vijlen | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bijvijlen bij zou vijlen |
zou bijvijlen bij zou vijlen |
zou(dt) bijvijlen bij zou(dt) vijlen |
zoudt bijvijlen bij zoudt vijlen |
zou bijvijlen bij zou vijlen |
zouden bijvijlen bij zouden vijlen |
zouden bijvijlen bij zouden vijlen |
zouden bijvijlen bij zouden vijlen | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb bijgevijld | hebt bijgevijld | hebt/heeft bijgevijld | hebt bijgevijld | heeft bijgevijld | hebben bijgevijld | hebben bijgevijld | hebben bijgevijld | |||
verleden (v.v.t.) | had bijgevijld | had bijgevijld | had bijgevijld | hadt bijgevijld | had bijgevijld | hadden bijgevijld | hadden bijgevijld | hadden bijgevijld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bijgevijld hebben | zal/zult bijgevijld hebben | zult/zal bijgevijld hebben | zult bijgevijld hebben | zal bijgevijld hebben | zullen bijgevijld hebben | zullen bijgevijld hebben | zullen bijgevijld hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bijgevijld hebben | zou bijgevijld hebben | zou/zoudt bijgevijld hebben | zoudt bijgevijld hebben | zou bijgevijld hebben | zouden bijgevijld hebben | zouden bijgevijld hebben | zouden bijgevijld hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm bijgevijld worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt bijgevijld | er is bijgevijld | |||||||||
verleden | er werd bijgevijld | er was bijgevijld | |||||||||
toekomend | er zal bijgevijld worden | er zal bijgevijld zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou bijgevijld worden | er zou bijgevijld zijn | |||||||||
lijdende vorm bijgevijld worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | bijgevijld worden | bijgevijld te worden | ||||||||
toekomend | bijgevijld zullen worden | bijgevijld te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | bijgevijld zijn | bijgevijld te zijn | ||||||||
toekomend | bijgevijld zullen zijn | bijgevijld te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word bijgevijld | wordt bijgevijld | wordt bijgevijld | wordt bijgevijld | wordt bijgevijld | worden bijgevijld | worden bijgevijld | worden bijgevijld | |||
verleden (o.v.t.) | werd bijgevijld | werd bijgevijld | werd bijgevijld | werdt bijgevijld | werd bijgevijld | werden bijgevijld | werden bijgevijld | werden bijgevijld | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal bijgevijld worden | zult bijgevijld worden | zult bijgevijld worden | zult bijgevijld worden | zal bijgevijld worden | zullen bijgevijld worden | zullen bijgevijld worden | zullen bijgevijld worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou bijgevijld worden | zou bijgevijld worden | zou/zoudt bijgevijld worden | zoudt bijgevijld worden | zou bijgevijld worden | zouden bijgevijld worden | zouden bijgevijld worden | zouden bijgevijld worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben bijgevijld | bent bijgevijld | bent/is bijgevijld | zijt bijgevijld | is bijgevijld | zijn bijgevijld | zijn bijgevijld | zijn bijgevijld | |||
verleden (v.v.t.) | was bijgevijld | was bijgevijld | was bijgevijld | waart bijgevijld | was bijgevijld | waren bijgevijld | waren bijgevijld | waren bijgevijld | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal bijgevijld zijn | zult bijgevijld zijn | zult bijgevijld zijn | zult bijgevijld zijn | zal bijgevijld zijn | zullen bijgevijld zijn | zullen bijgevijld zijn | zullen bijgevijld zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou bijgevijld zijn | zou bijgevijld zijn | zou/zoudt bijgevijld zijn | zoudt bijgevijld zijn | zou bijgevijld zijn | zouden bijgevijld zijn | zouden bijgevijld zijn | zouden bijgevijld zijn |