bijkeuken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bij·keu·ken
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en keuken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijkeuken | bijkeukens |
verkleinwoord | bijkeukentje | bijkeukentjes |
Zelfstandig naamwoord
- een vertrek aangebouwd aan de eigenlijke keuken dat voor ondersteunende huishoudelijke handelingen gebruikt wordt
- Wij hebben in de bijkeuken de wasmachine, de droger, de afwasmachine en de vriezer staan, ook staat er nog een voorraadkast.
Synoniemen
Vertalingen
1. een vertrek aangebouwd aan de eigenlijke keuken dat voor ondersteunende huishoudelijke handelingen gebruikt wordt
Gangbaarheid
- Het woord bijkeuken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijkeuken" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be