• bij·dra·gen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijdragen
droeg bij
bijgedragen
klasse 6 volledig

bijdragen

  1. overgankelijk iets ~ aan: een aandeel leveren
     Wanneer hij 's ochtends wakker werd onder zijn Noorse donzen dekbed, het enige wat hij had bijgedragen aan de inrichting, de Zweden gaven er nog steeds de voorkeur aan om onder gewone dekens kou te lijden, lag er een dunne ijslaag op het waswater in de kan bij zijn wastafelkast, soms was zelfs de pis in de van een blauw patroon voorziene pot onder het bed bevroren.[1]
  2. overgankelijk geven van geld
    • Wij moesten bijdragen aan het onderhoud van de school. 

de bijdragenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bijdrage
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]
  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628142
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be